Wmo-voorzieningen voor geclusterde woonvormen

Afgelopen maanden heerste er onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor het verstrekken van hulpmiddelen aan Wlz-geïndiceerde cliënten die wonen in geclusterde woonvormen. Verscheidene zorgorganisaties lopen er namelijk tegenaan dat bepaalde Wmo-maatwerkvoorzieningen niet meer worden verstrekt aan bewoners van kleinschalige/geclusterde woonvoorzieningen.

Sommige gemeenten stellen dat bewoners met een Wlz-indicatie zelf in de kosten van bijvoorbeeld een douchestoel of tillift dienen te voorzien óf de woonvoorziening deze te laten financieren. Afgelopen maanden is het ministerie van VWS, samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en brancheorganisatie Zorgthuisnl in overleg hierover geweest. De VNG heeft hieromtrent een statement naar buiten gebracht;

“Gemeenten zijn, conform bestuurlijke afspraken uit 2016 en 2019 verantwoordelijk voor het leveren van hulpmiddelen in geclusterde woonvormen voor cliënten met een VPT. Dit zal in ieder geval gelden totdat de Centrale Raad van Beroep uitspraak heeft gedaan in een tweetal rechtszaken die lopen. Bovendien geeft het ministerie van VWS aan kritisch te kijken naar het wettelijke kader, gezien er nu ruimte is voor interpretatie in de wetgeving.”