Uitbreiding Wtza-vergunningsplicht

Per 1 januari 2025 is de vergunningsplicht onder de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) gewijzigd. De vergunningsplicht geldt nu ook voor zorgaanbieders die met minder dan 11 zorgverleners zorg verlenen (of doen verlenen) op grond van de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg. Voor aanbieders van medisch specialistische zorg gelden deze wijzigingen overigens niet.

Situatie voor 1 januari 2025

Tot 2025 gold op grond van de Wtza een vergunningplicht voor: 1) instellingen die medisch specialistische zorg (doen) verlenen of 2) instellingen die met meer dan tien zorgverleners zorg of een andere dienst als omschreven bij of krachtens de Wlz of Zvw (doen) verlenen. Denk hierbij onder andere aan verblijf, begeleiding, verzorging, verpleging en behandeling.

Wat betekent de wijziging voor bestaande zorgaanbieders?

Zorgaanbieders die voor 1 januari 2025 al zorg verleenden en onder de oudere regels niet vergunningsplichtig waren, maar onder de nieuwe regels vergunningsplichtig worden, krijgen van rechtswege een vergunning. Dit betekent dat zij vanuit de wet automatisch een vergunning hebben zonder dat daar een aanvraag aan te pas hoeft te komen. Wél is het belangrijk dat zorgaanbieders aan alle eisen voldoen die aan de vergunning gesteld worden. Let wel op! Het organiseren van intern toezicht is niet automatisch verbonden aan de vergunningsplicht.

Wanneer dien je als zorgorganisatie wél een vergunning aan te vragen?

De aanbieders die vóór de inwerkingtreding van deze wijziging al over een vergunning hadden moesten beschikken, maar dat nog niet doen, moeten alsnog een vergunning aanvragen. Deze groep zal niet van rechtswege een vergunning gaan krijgen.

Uitzonderingen

• Solistisch werkende zorgverleners
• Onderaannemers (tenzij er sprake is van een “lege-huls” constructie)
• Zuivere jeugdzorgaanbieders
• Wmo-gefinancierde organisaties

Bij vragen over het toepassingsbereik van de vergunningsplicht kan contact opgenomen worden met één van onze specialisten.